In de bonen

Geplaatst op

Eerder heb ik op deze blog al eens geschreven over mijn smaakproef met tuin- en veldbonen. Inmiddels zit ik volop ‘in de bonen’ en heb ik de volgroeide peulen eens goed onder de loep genomen. Ik zal je gelijk zeggen, dat is makkelijker gezegd dan gedaan… Ik ben begonnen in de tuin met het selecteren van planten op basis plantgezondheid, peulaanzet en –vorming. Bij de veldbonen had ik ook willen selecteren op paarse bonen, maar tot mijn verbazing was alles groen. Waarschijnlijk krijgen de bonen pas hun paarse kleur bij het drogen, wist ik veel… Alles samen heb ik 40 planten een nummertje gegeven, waarvan ik er uiteindelijk 18 mee naar binnen heb genomen om te doppen, koken en proeven (met assistentie van Hertzog Olivier, kok van Eetlokaal in Zevenaar). Stiekem hoop je dan op duidelijke verschillen en/of interessante ontdekkingen. Dat er ook echt wat te zien en proeven valt. Dit bleef helaas uit. Het was eerder een negatieve selectie op basis van de bonen die nauwelijks tot geen smaak hadden, dan dat er nou een aantal uitmuntend bovenuit staken met een eigen karakteristieke smaak. Met name van de veldbonen (kleine tuinbonen) had ik meer verwacht, in ieder geval een bittere smaak. Bij de tuinbonen hebben we wel wat smaken kunnen onderscheiden en 2 van de 5 rassen ‘groen licht’ gegeven voor een vervolg. Daar ga ik zaad van oogsten voor volgend jaar.

Het einde van de smaakproef betekent niet dat het hoofdstuk ’tuinbonen’ voor dit jaar ook afgesloten is. De resterende peulen zitten nu aan de plant mij nog aan te kijken. Om nou niet alles in de vriezer te doen en volgend jaar rond deze tijd er nog steeds wat in te hebben liggen, hebben we hier op het erf ons brein laten denken over alternatieven. Zo zijn we, geïnspireerd door intercontinentale invloeden, de afgelopen weken aan de slag gegaan met het frituren van tuinbonen tot nootjes. Eerst met verse tuinbonen (die gaan in de olie veelal uit hun huls, blijven wat zacht van binnen, maar smaken wel lekker). Daarna gedroogde en gewelde tuinbonen (die blijven 1 geheel, worden echt harde nootjes, zijn wat droog van structuur, maar wederom goed van smaak). Qua tijd en bewaring ziet het er niet direct als een aantrekkelijk business model uit, maar met een pan zonnebloem olie standaard op het fornuis maak ik nu wel regelmatig een lekkere versnapering om van te snoepen tijdens het koken en/of als crunchy topping over een salade. Een mooie bijkomstigheid van toch ook een nuttige les in zaadteelt. Naast dat de diversiteit aan kleuren groen een prachtig plaatje geeft, het oog wil soms ook wat!