Afgelopen week was ik weer even ‘koeienboerin’ in Frankrijk. Samen met een vriend heb ik de zaken waargenomen op een klein biologisch melkveebedrijf in de regio Creuse (Midden-Frankrijk). Waar het hier in Nederland een extreem droog jaar is is, is het daar niet veel anders. Misschien nog wel een factor meer. Dat betekent dat we na het melken flink moesten bijvoeren in de stal met een 4-gangen menu: hooi, krachtvoer, luzerne en Ensilage d’herbe (kuilgras). De wintervoorraad is veel eerder dan normaal aangebroken, de boer zal voer moeten bijkopen, en de melkopbrengst komt sterk onder druk te staan. Dit maakt de impact van kalfjes bij de koe laten lopen ook een stuk groter. Per kalf kost dit de boer circa 1000 liter melk. De kalfjes hebben dan over het algemeen wel meer weerstand en hoeven niet gevoerd te worden, maar 1000 liter is wel veel! Ik vind het mooi dat er boeren zijn die, ondanks dit gegeven, toch de keus maken het wel te doen. Ook in Nederland. De kudde voelt hierdoor als een familie; de nieuwsgierige en eigenwijze kalfjes zorgen voor leven in de brouwerij. Wanneer een koe haar kroost even kwijt is, dan is dat duidelijk zichtbaar en hoorbaar. De hereniging hartverwarmend… Het lijkt slechts een praktische uitvoering, maar het is meer dan dat. Daarom zeg ik ook niet dat ik vind dat alle boeren hun kalfjes bij de koe MOETEN houden, dat werkt volgens mij alleen als een boer deze behoefte ook van binnenuit voelt en ruimte geeft om het er te laten zijn.